Vijf jaar lang heb ik in Aalst gewoond. Vijf keer op een rij heb ik de jaarlijks terugkerende hoogmis van de wansmaak, het Aalsters carnaval, voor lief moeten nemen. Drie dagen lang daalt die als een ziekte over het van cultuur verstoken provinciestadje neer. Er is geen ontkomen aan. Eerder dan een cultureel evenement is het Aalsters carnaval een sociologisch experiment. Het permitteert zich de vrijheid alle remmen los te gooien en hanteert daarbij de ijzersterke, in Safir gedrenkte, logica dat met alles de draak kan worden gestoken. Hoe platter hoe liever. De burgemeester van Aalst kent die logica en ziet er dan ook geen graten in wanneer het vooral zijn eigen partij is die in de klappen deelt. Het is die niets ontziende subversieve instelling die de charme van het Aalsters carnaval uitmaakt. Dat moeten ze bij Unesco ook geweten hebben toen zij het carnaval 3 jaar geleden inlijfden bij het Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Tot het carnaval op gevoelige joodse teentjes trapte door het nazi-uniform aan te trekken. Was dit erover zoals sommige verontwaardigde commentatoren beweren? Natuurlijk niet. In de mindset van de Aalsterse carnavalist is niets er ooit over. Geef je hem die vrijheid, respecteer die dan ook. Anders uitgedrukt: als nazi's ergens in de wereld straffeloos met potten Zyklon B kunnen staan zwaaien zonder dat iemand zich beledigd hoeft te voelen dan is het in Aalst. Goede smaak kan ik het niet noemen maar dat is in Aalst dan ook helemaal niet het punt.
Tweemaal nazi's op het toneel
Tweemaal nazi's op het toneel
Tweemaal nazi's op het toneel
Vijf jaar lang heb ik in Aalst gewoond. Vijf keer op een rij heb ik de jaarlijks terugkerende hoogmis van de wansmaak, het Aalsters carnaval, voor lief moeten nemen. Drie dagen lang daalt die als een ziekte over het van cultuur verstoken provinciestadje neer. Er is geen ontkomen aan. Eerder dan een cultureel evenement is het Aalsters carnaval een sociologisch experiment. Het permitteert zich de vrijheid alle remmen los te gooien en hanteert daarbij de ijzersterke, in Safir gedrenkte, logica dat met alles de draak kan worden gestoken. Hoe platter hoe liever. De burgemeester van Aalst kent die logica en ziet er dan ook geen graten in wanneer het vooral zijn eigen partij is die in de klappen deelt. Het is die niets ontziende subversieve instelling die de charme van het Aalsters carnaval uitmaakt. Dat moeten ze bij Unesco ook geweten hebben toen zij het carnaval 3 jaar geleden inlijfden bij het Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Tot het carnaval op gevoelige joodse teentjes trapte door het nazi-uniform aan te trekken. Was dit erover zoals sommige verontwaardigde commentatoren beweren? Natuurlijk niet. In de mindset van de Aalsterse carnavalist is niets er ooit over. Geef je hem die vrijheid, respecteer die dan ook. Anders uitgedrukt: als nazi's ergens in de wereld straffeloos met potten Zyklon B kunnen staan zwaaien zonder dat iemand zich beledigd hoeft te voelen dan is het in Aalst. Goede smaak kan ik het niet noemen maar dat is in Aalst dan ook helemaal niet het punt.