Wagner Gala aan de Oos
De Berliner Philharmoniker o.l.v. Kirill Petrenko in Baden-Baden (****)[live]
In feite was dit een heruitgave van het Sylvesterconcert uit de Berlijnse Philharmonie, ditmaal zonder Jonas Kaufmann maar ook zonder de aangekondigde Brandon Jovanovich. En liever had ik de geweldige Hunding van het Sylvesterconcert, Tobias Kehrer, hier zien staan. Uiteindelijk is Klaus Florian Vogt geen ideale Siegmund, Vida Mikniviciute geen ideale Sieglinde, Kwangchul Youn geen ideale Hunding.
Wat ik vanmorgen over de Berliner Philharmoniker schreef is vanzelfsprekend ook hier geldig. Het is dezelfde bezetting als bij Bruckner met o.a. twee harpen en 8 contrabassen. Tijdens de Tannhäuser prelude en Venusbergmuziek is het de orgie van het bacchanaal waarmee het orkest zijn klasse toont. Opnieuw tonen de Berliner hun meesterlijke controle over spanning en ontspanning. Messcherp en hoogst gedisciplineerd klinken de heidense houtblazers en de trillers in de violen vanaf de Venusberg. Ook de paukenist heeft zijn moment de gloire. De finale ontspanning was grandioos - ik hoorde er zelfs flarden Götterdämmerung in - culminerend in een langoureus en adembenemend pianissimo.
Ter gelegenheid van het Sylvesterconcert vertelde Kirill Petrenko dat een concertante Walküre I een beetje wint als gevolg van de dialoog tussen de solisten en de kamermuzikale momenten in het orkest. Eigenlijk is dat waar. En net als bij het Sylvesterconcert is het orkest de eigenlijke ster van de avond. Toen liet de camera van de Digital Concert Hall details zien die je in de zaal onmogelijk kan zien : de toewijding van de orkestleden en hoe dat resulteerde in de precisie van de uitvoering. Dit is echt geen ambtenarenorkest! In die Walküre waren het in de eerste plaats de lage strijkers die zich in gunstige zin lieten opmerken. Altviolen en contrabassen toonden hun engagement onmiddellijk bij het attaqueren van de prelude.
En dan is er Klaus Florian Vogt. Elke keer opnieuw verrast hij met zijn kristalheldere voordracht en goed projecterende stem. Van hem krijg je een Wagner met redelijk veel nuances en alle medeklinkers maar het essentiële ontbreekt : de baritonale kleur. Het is louter een kwestie van timbre. Ik kan het niet anders samenvatten. En het is essentieel in alle heldenrollen bij Wagner. Het is wat zijn Tristan onverteerbaar maakt. Nooit wordt het zingen als echt zinnelijk ervaren. Het moet frustrerend zijn voor hem maar hij weet zich gesteund door zijn vele fans.
Kwangchoul Youn zingt een voortreffelijk Duits voor een Koreaan maar echt opwindend wordt het in zijn geval ook nooit. Het zijn details die hem declasseren als eersteklas interpreet.
Vida Mikneviciute is het grootste probleem. Haar ravissante verschijning en haar speeltalent is haar grootste troef. Dat bewijst ze momenteel opnieuw, terwijl ik dit schrijf, in de Tcherniakov-Ring in de Berlijnse Staatsopera. De stem is eerder slank, het vibrato stoort bijna voortdurend, de registerovergangen haperen, de stem projecteert goed in de dramatische passages maar het timbre mist warmte. Wat hier vandoen is, is een krachtige stem met een goed middenregister en een ontwikkeld borstregister.