Auteur : Jos Hermans
"In A la recherche du temps perdu voert Marcel Proust een discussie van 30 pagina's over wat het grootste kunstwerk aller tijden is. Proust komt tot de conclusie dat het de ouverture van Wagners Tristan en Isolde is, dus dat is wat we over deze film gieten, er alles uithalen wat erin zit. Ik heb niet meer zoveel muziek in een film gebruikt sinds The Element of Crime (1984), maar hier wentelen we ons erin. Het is eigenlijk best leuk. Al jaren is er een soort onofficieel film dogma om niet te knippen op het ritme van de muziek. Niet knippen op het ritme. Het wordt beschouwd als grof en vulgair. Maar dat is precies wat we doen in 'Melancholia'. Als de hoorns in en uit gaan in Wagners ouverture, snijden we precies op de maat. Het is een soort videoclip op die manier. Het moet vulgair zijn. Dat was onze uitgesproken bedoeling. Het is één van de leukste dingen die ik in lange tijd heb gedaan. Ik hoefde het niet te forceren, zoals in 'Antichrist', helemaal niet. Snijden op de maat is plezierig."
LARS VON TRIER, FILM (Danish Film Institute), mei 2011
Filmrecensenten hadden er geen flauw benul van maar toen de manisch-depressieve bad boy van de arthouse cinema in mei 2011 zijn apocalyptisch meesterwerk Melancholia afleverde was het meest opmerkelijke misschien wel hoe close hij nu bij Richard Wagner was uitgekomen. Wakkere observatoren hadden voordien reeds kunnen vaststellen hoe zijn trilogie (De Idioten, Breaking the waves, Dancer in the Dark) een onmiskenbaar verwantschap had vertoond met thema’s uit het oeuvre van Wagner. Iemand als John Rockwell in The New York Times bijvoorbeeld. Die schreef anno 2001 : "Het diepere verband met Wagner is het vermogen van de heer von Trier om in deze hele trilogie de emotie van film te ontginnen ter vervanging van de emotie van de muziek, en zijn gebruik en misbruik van vrouwen (...) Bij von Trier dienen de vrouwen een specifieke, hyperromantische rol, en van film tot film binnen de trilogie wordt de notie van vrouwelijke verlossing overwogen en heroverwogen. Bess in Breaking the waves staat het dichtst bij Elisabeth in Tannhäuser; ook haar verlossing is expliciet, om niet te zeggen schaamteloos, christelijk, net als die van Elisabeth. Karen, de centrale figuur in The Idiots is de sterkste van de drie vrouwen; de persoon die zij verlost is zichzelf. En Selma in 'Dancer in the dark' lijdt het somberst, haar goedheid onverlost en onverlossend." Met Melancholia wilde Von Trier nu een duik nemen in de afgrond van de Duitse romantiek.
Inktzwart doodsverlangen
Melancholia valt uiteen in 2 delen. Het eerste deel vertelt over het dramatische huwelijksfeest van de depressieve Justine, het tweede is de prelude op de vernietiging van de wereld, gezien door de ogen van haar zus Claire. Het geheel wordt voorafgegaan door een acht minuten durende ouverture. Op de tonen van de prelude tot Tristan und Isolde toont hij ons een serie fraaie nachtmerrieachtige beelden : vogels vallen dood uit de lucht, een paard stort huiverend neer, een planeet dreigt in botsing te komen met de aarde. Wanneer dat laatste, twee uur later, ook daadwerkelijk gebeurt, heb je één van de ondraaglijkste climaxen ondergaan die je in de cinema kan meemaken. En dus kan je niet om de vaststelling heen: is er ooit een knappere symbiose tot stand gekomen tussen pellicule en operamuziek ? En is het mogelijk de prelude tot Tristan und Isolde op een intensere manier te beleven? Het kan niet anders of Wagner -grondlegger van alle filmmuziek en met zijn Bayreuther Festivalidee ook principieel de uitvinder van de cinema (!) - zou Melancholia geweldig hebben gevonden.
Inkzwart is het doodsverlangen van Tristan en Isolde. Inkzwart is het doodsverlangen van Justine in Melancholia. “Ik weet alleen dat het leven op aarde slecht is. Ik weet dat we alleen zijn” stamelt ze. Ze loopt verloren in het lege ritueel van haar huwelijk maar voelt zich herboren wanneer het einde van de wereld nadert. Kirsten Dunst, zelf ervaringsdeskundig op het gebied van depressies, geeft een onvergetelijk portret van een jonge vrouw die mentaal uit evenwicht is geraakt. Ze is tegelijk jong en oud, wijs en onvolwassen, inwendig afgestorven en tegelijk reageert ze heftig op de duistere drijfveren van de wereld, en vooral : zij is Von Trier zelf. Een betere definitie van een depressie als haar gemompel “Ik ploeter door dit grijze, wollige garen. Het kleeft aan mijn benen. Het is echt zwaar om mee te slepen”, zal je niet snel vinden.
In één buitengewone scène, waarbij Dunst haar fraaie body naakt voor ons voyeuristisch oog te kijk zet in het blauwe schijnsel van de oprukkende planeet, lijkt ze zich op te laden aan dat krachtenveld. In haar hoofd moet de oude wereld eraan geloven. Helemaal. Wat volgt is een geresigneerd afscheid van de oude wereld dat ons in een soort nihilisme stort zoals we dat kennen uit de finale van De Ring.
Justine’s verlangen opgeslokt te worden door het onafwendbaar kosmische gebeuren is niets anders dan de overgave aan het nirvana van Isolde. Von Trier vindt dan ook dat zijn film eindigt met een happy end . Dat is dan weer in overeenstemming met de opvatting van regisseurs als Peter Konwitschny die Isolde’s liefdesdood als “levensbevestigend” interpreteren.
Von Trier : “Mijn psychiater vertelde me dat melancholici meestal nuchterder zijn dan gewone mensen in een rampzalige situatie, deels omdat ze kunnen zeggen: "Wat heb ik je gezegd? Maar ook omdat ze niets te verliezen hebben.” Dat was de kerngedachte die aan de basis lag van Melancholia. Daarna ging het snel. Minder dan een jaar later stond het script te boek, waren de acteurs gevonden en was de crew aan het filmen.
Von Triers identificatie met Wagner reikt ook tot in het biografische. Net zoals Wagner nooit helemaal zeker schijnt te zijn geweest over wie zijn vader was, zo verneemt Lars Von Trier dat niet de jood Ulf Trier zijn vader is maar een zekere Walter Hartmann, een Duitser. Hij verneemt dat op het sterfbed van zijn moeder : ”Toen mijn moeder op haar sterfbed lag, kwam ik erachter dat ik toch geen Trier was, maar uit een Duitse familie kwam. Ik heb Nietzsche altijd interessant gevonden en nu lees ik Thomas Mann. De Duitsers hebben me altijd beïnvloed. Op een gegeven moment werd ik aangetrokken om Wagners 'Ring'-cyclus in Bayreuth te regisseren, maar het bleek dat ze er toch geen geld voor hadden, omdat ik veel te ambitieus was. Ik heb altijd een beetje geflirt met de goede Herr Wagner, en in 'Antichrist' gingen we in de richting van een soort Duits-romantische schilderkunst. Inderdaad, sturm und drang en alles wat daarop volgde."
En toen kwam Cannes en kon de identificatie met Wagner nog een stapje verder gaan.
Kamikaze in Cannes
“Ik begrijp Hitler en ik sympathiseer zelfs een beetje met hem”. “Ik ben te weten gekomen dat ik eigenlijk een nazi ben”. “Ik ben vóór alle joden, zelfs Susanne Bier, enfin niet alle joden want Israel is a pain in the ass”. “Ik bewonder Albert Speer”. Met deze uitspraken tijdens de persconferentie van Melancholia schokte Lars Von Trier Cannes zodanig dat excuses (“Ik ben geen nazi en geen antisemiet”) voor de organisatoren achteraf niet volstonden. De voormalige festivallieveling werd persona non grata.
Zo vat het cinefiele magazine Filmmagie het schandaalmoment samen dat half mei 2011 te beleven viel op het festival van Cannes. Aanvankelijk nog ‘cool’ toen hij tijdens de photo call poseerde met ‘FUCK’ op zijn vingers, kreeg Von Trier na zijn kamikaze persconferentie iedereen over zich heen. Het festival veroordeelde zijn “ontoelaatbare, trieste en lamentabele uitspraken” en de pers had het over “zijn zin voor provocatie die hem deden terugvallen naar de adolescentie” (Le Monde), “een onvergeeflijke dwaasheid” (Liberation) en “een obscene ontsporing” (Nice Matin).
Filmmagie gaf echter een veel objectiever relaas over de gebeurtenissen. Daar waar de aanwezige journalisten, die Von Trier (en zijn joodse vrouw) voldoende kennen en alles zagen als een domme provocatie en vooral een flauwe misplaatste grap, gingen de beelden van de persconferentie de wereld rond en werden zijn uitspraken letterlijk genomen. “Bij ons zou zijn carrière voorbij zijn”, klonk het in de VS, verwijzend naar extremist Mel Gibson, die uitsluitend nog met handpoppen kan spelen. Waarbij ik dan de bedenking moet maken of ik dit soms niet beangstigend moet vinden. Zegt dit niet genoeg over wie de touwtjes in handen heeft in Hollywood? Ook in Cannes kon weer eens worden vastgesteld hoe gevoelig joodse teentjes wel zijn, met name die van voorzitter Gilles Jacob. Terwijl een festivaldirectie, die beter dan wie ook de ware toedracht kent van zulke uitspraken, haar kunstenaars hoort te verdedigen! Cannes maakte dezelfde fout als Bayreuth afgelopen zomer in de zaak Nikitin.
In joodse kringen stak meteen een storm van protest op. Het Europees Joods Congres zag er een voorbeeld in van “groeiend respectabel anti-semitisme”. De vereniging van nabestaanden van de Holocaust verklaarde dat Von Trier ongevoelig was voor het leed van de slachtoffers van het nazisme. Ik zie er vooral een bewijs in tot welke absurde proporties joodse overgevoeligheid een flauwe grap kan opblazen in deze tijden van politieke correctheid.
Filmmagie vervolgt: feit is dat de filmmaker niet enkel het slachtoffer werd van zijn eigen domheid maar ook van zijn eigen imago. Ruim 25 jaar speelt Lars Von Trier al de rol van provocateur, van uitdagende kunstenaar die afwijkende esthetiek en het film-als-vuistslag concept verdedigt. Dat is zijn roeping, zijn kruis en ook de basis van zijn cultstatus. Maar ook de reden waarom zijn films verkeerd bekeken en slecht begrepen worden. Bij Antichrist ging alle aandacht naar de ‘schandalige’ horrorscènes terwijl de mediatieke hara-kiri die Von Trier pleegt bij Melancholia de aandacht afleidt van het feit dat dit apocalyptisch drama via de figuur van een depressieve diva (personage van Dunst) het zelfportret is van een enfant terrible (Lars himself). “Het is jammer dat hij zijn eigen film heeft kapotgemaakt” besluit Thierry Frémaux, artistiek directeur van het festival. Waarbij hij vergeet dat Lars Von Trier eigenlijk de rol speelde die Cannes hem graag ziet vertolken, namelijk die van mediagenieke clown. Alleen schreef die clown zijn eigen scenario of improviseerde hij knullig. En bleef het schandaal niet beperkt tot de veilige zeepbel ‘cinema’, wat wel het geval was met opschudding in het verleden rond films zoals Breaking the Waves, The Idiots, Dancer in the Dark, Dogville en Antichrist. Wie eerlijk is, beseft dat eigenlijk de schandaalmarketing ‘non grata’ zou moeten worden verklaard, de tirannie van de provocatie is schokkend uit de hand gelopen.
Von Trier zelf reageerde aanvankelijk geamuseerd op het tumult en zijn outcaststatus. In de Deense krant Ekstra Bladet liet hij optekenen trots te zijn want “dit is de eerste keer in de filmgeschiedenis dat zoiets gebeurt. Ik denk dat één van de redenen het feit is dat de Fransen zelf de joden slecht behandeld hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarom ligt het zo gevoelig. lk respecteer het festival van Cannes, maar ik begrijp dat men nu heel boos is op mij. Ik ben Mel Gibson niet, en ik wil opnieuw aan iedereen mijn spijt betuigen”.
Toen de Iraanse minister voor film Javad Shamagdari (in een poging zich te wreken omwille van de pro-Panahi-acties in Cannes?) Von Triers uitsluiting omschreef als “fascistisch gedrag” voelde de cineast zich verplicht om te reageren: “Vrijheid van meningsuiting is een basismensenrecht, maar mijn uitspraken tijdens de persconferentie waren onverstandig, ambigu en nodeloos kwetsend. Het punt dat ik wou maken was dat het potentieel voor extreme gewelddadigheid, of het tegengestelde, in ieder mens zit, wat ook zijn nationaliteit, ras, positie of geloof is. Wanneer we historische rampen slechts verklaren via de wreedheid van individuen dan vernietigen we de mogelijkheid om menselijke mechanismen te begrijpen. En dat is net nodig om toekomstige misdaden tegen de menselijkheid te vermijden”.
En dat is allang geen dwaze, obscene ontsporing meer van een adolescent. De zich moreel superieur wanende critici van Von Trier, de herauten van het politiek correcte denken zeg maar, zouden dit in koeien van letters boven hun bed mogen hangen als dagelijkse reminder voor de eigen hypocrisie. Eigenlijk zegt Von Trier precies hetzelfde als wat de Britse hersenwetenschapper Kathleen Taylor, auteur van “Cruelty, human evil and the human brain” onlangs in Knack onthulde. Op de vraag waarom zoveel Duitsers zo gemakkelijk meegingen in de gruwelijkheden van de holocaust, was haar antwoord van een ontnuchterende eenvoud : “De meeste mensen zouden dat gedaan hebben! Zoals je een hele kleine minderheid hebt die verslaafd raakt aan de gruwelijkheden, heb je een hele kleine minderheid die zich verzet tegen de gruwelijkheden. De grote meerderheid van de mensen zit daar ergens tussen en doet mee, al dan niet met veel enthousiasme. Moreel ongewenst gedrag associëren we altijd met de out-group, met de anderen. Wij zouden nooit in staat zijn om zulke verwerpelijke daden te stellen. Het zijn de anderen, de rotte appels, de slechteriken. Het is wat we wegduwen, we willen er niets mee te maken hebben. En dat is de verkeerde houding. We zouden net moeten leren om te begrijpen hoe het werkt, waarom iedereen er vatbaar voor is. Alleen dan zouden we het beter kunnen voorkomen.”
Met zijn catastrofale persconferentie ging Von Triers identificatie met Wagner tot in het karakteriële. Want wie anders als Wagner heeft zich zo vaak in de voet geschoten door uitspraken die zijn carrière voortdurend hebben geschaad, steeds volgens het adagium "Ik zoek met niemand ruzie, maar over wat in mijn mond komt, spreek ik mijn mening uit, meedogenloos."
“Ik nam aan dat ze wisten dat ik geen nazi was," zal Von Trier later zeggen. "Ik denk niet dat er goede of foute ding zijn om te zeggen. Ik denk dat alles gezegd kan worden. Zo ben ik nu eenmaal. Hetzelfde met film - alles kan in een film. Als het gedacht kan worden in de menselijke geest, dan kan het gezegd en gezien worden op een film. Natuurlijk krijg je er achteraf problemen mee, dat is zeker, maar dat maakt het nog niet verkeerd. Zeggen dat ik spijt heb van wat ik heb gezegd, is zeggen dat ik spijt heb van wat voor persoon ik ben, van mijn moraal, en dat zou mij vernietigen als persoon. Het is niet waar. Ik heb geen spijt. Ik heb geen spijt van wat ik zei. Het spijt me dat het niet duidelijker naar voren kwam. Het spijt me niet dat ik een grap maakte, maar dat ik niet duidelijk maakte dat het een grap was. Maar ik kan geen spijt hebben van wat ik zei, dat gaat tegen mijn natuur in.” Helemaal Wagner, kortom.
Blijft over, Von Triers fascinatie voor nazi-esthetiek. Die zal hij later als volgt bevestigen in een interview : “Ja, de nazi's sneden zeker in de maat. Ze draaiden er niet omheen. Ik heb altijd een zwak gehad voor de nazi-esthetiek. Een Stuka zal een Britse Spitfire millennia overleven in ons bewustzijn. Dat is mijn standpunt. Terwijl een Spitfire al die ronde vormen heeft en een heel mooi vliegtuig was, was de Stuka een openbaring. Veel van het Nazi ontwerp was verbazingwekkend. Ze hadden zulke grote gedachten. De Stuka was een duikbommenwerper die naar beneden dook en zijn bommen met grote precisie wierp. Een speciaal kenmerk van de Stuka was dat de bommen waren uitgerust met een fluitje, wat verbijsterend cynisch is, maar ook een teken van artistiek surplus. Iemand dacht: "Hoe kunnen we deze bom nog erger maken dan hij al is? De fluitjes moesten het moreel van de vijand aantasten. Het geluid van dat fluitje was zo eng. Ik sprak met enkele Deense elitesoldaten die me vertelden dat wanneer je een groep mensen aanvalt, laten we zeggen in Afghanistan, je de eerste twee schoten in de buikstreek van de voorste schutters lost. Het is extreem pijnlijk om in de buik geschoten te worden. Dus degenen die in de maag worden geraakt beginnen te schreeuwen, en als ze dat doen worden de anderen bang en verliezen hun concentratie. Als ze in het hoofd geschoten waren, zouden ze gewoon neervallen. Er is een regel om de eerste twee schoten op de buik te richten en de rest op het hoofd."
Zou Von Trier een boon hebben voor Leni Riefenstahl? Met dit standpunt vervoegt hij alvast de essayiste Susan Sontag die in “Fascinating Fascism” haar fascinatie voor nazi-esthetiek als volgt verwoordde: “Algemeen wordt gedacht dat het nationaal-socialisme alleen staat voor wreedheid en terreur. Maar dit is niet waar. Het nationaal-socialisme - meer in het algemeen het fascisme - staat ook voor een ideaal of liever gezegd idealen die vandaag onder de andere banieren blijven bestaan: het ideaal van het leven als kunst, de cultus van de schoonheid, het fetisjisme van de moed, de ontbinding van vervreemding in extatische gemeenschapsgevoelens; de verwerping van het intellect; het mensdom als familie (onder het ouderschap van de leiders). Deze idealen zijn levendig en ontroerend voor veel mensen, en het is zowel oneerlijk als tautologisch om te zeggen dat men alleen door Triumph des Willens en Olympia wordt geraakt omdat ze door een geniale filmmaker zijn gemaakt.”.
Na het bekijken van Melancholia kreeg Von Trier volgende commentaar van collega en Dogmafilmer Thomas Vinterberg : " Hoe maak je hierna een film? " Laten we hopen dat Von Trier nog niet helemaal klaar is met Wagner. Verklaarde hij enkele jaren geleden niet aan The New York Times : "Ik heb net besloten dat Wagner verfilmen, het ultieme doel van mijn leven zou zijn. De Ring cyclus. Ik zou dan gelukkig kunnen sterven”. Please do, Mr Von Trier.
Filmfiche :
Kirsten Dunst (Justine), Charlotte Gainsbourg (Claire), Kiefer Sutherland (John), Alexander Skarsgård (Michael), Cameron Spurr (Leo), Charlotte Rampling (Gaby), John Hurt (Dexter), Jesper Christensen (Little Father), Stellan Skarsgård (Jack), Brady Corbet (Tim), Udo Kier (The Wedding Planner)