DVD : De Ring van Robert Lepage
Deze Ring is het geesteskind van een puberale artistieke visie. The New Yorker noemde het “the most witless and wasteful production of modern opera history”. Zelfs in de kolommen van “Opera Now”, het huismagazine van de Met, borrelde heftige kritiek op. Peter Gelb was not amused. Had hij zich blind gestaard op de state-of-the-art stagecraft die wizzard Robert Lepage hem had beloofd? En was hij daarbij vergeten dat het nooit de bedoeling kan zijn om nauwgezet regieaanwijzingen te volgen van een componist die al 130 jaar onder de zoden ligt? 24 Roterende pannelatten, bijgenaamd “The machine”, zouden 15 u lang alle scenografische valkuilen, die Wagner in 1876 uit zijn slaap hadden gehouden, van een oplossing voorzien. Het resulteerde in weinig meer dan een peperduur projectiecanvas. Het was als schieten naar een vlieg met een kanon. Het Canadese productieteam had alles ingezet op scenografie en de acteursregie grotendeels overgelaten aan het individuele talent van de solisten. Grote delen van deze Ring blinken dan ook uit door de bitterste bloed-armoede.
Beeld en klank zijn perfect. Enkel wanneer de camera inzoomt op de geprojecteerde videobeelden verliest het beeld aan scherpte. Eerlijkheidshalve weze vermeld dat deze naïeve behandeling van de Ring ook geregeld mooie plaatjes oplevert. De balans tussen de solisten en het orkest is optimaal. Zelfs als het orkest helemaal forte gaat is er nog altijd sprake van een balans. Maak dat maar eens mee in een theaterzaal! Alle scènes van alle opera’s zijn prachtig uitgelicht hetgeen een niet te onderschatten voordeel is voor een dvd-opname.
DAS RHEINGOLD
De geciteerde problemen zijn het grootst in Das Rheingold. Het is theater dat nog het meest herinnert aan de bloedloze regie-experimenten van Herbert von Karajan die zijn Rheingold destijds nog voor het oog van de camera’s van Unitel wist in te blikken. Maar Karajan had tenminste nog grote persoonlijkheden als Zoltan Kelemen en Peter Schreier ter beschikking. Olympische prestaties die de voorstelling uit het moeras van de stompzinnigheid zouden kunnen trekken ontbreken hier geheel: de Loge van Richard Croft is een zachtgekookt eitje, de Alberich van Eric Owens is karakterloos, de Wotan van Bryn Terfel is ondermaats. Terfel zit nooit in zijn rol, lijkt aan jet-lag onderhevig en zwelgt al te vaak in een blatend vibrato. De kwalitatieve quantumsprong die Terfel zal maken van Rheingold naar Walküre is één van de grote mysteries van deze productie.
DIE WALKURE
Dit is zonder twijfel het meest bevredigende deel van de set. Spontane erotische spanning steekt de kop op in het eerste bedrijf, Westbroek en Kaufmann zijn dan ook optisch een ideaal koppel. En voor één keer draagt Westbroek een pruik die haar geweldig staat. Haar Hunding is geen bad-ass maar een teddybeer. Geen spoor van brutaliteit bij Hans-Peter König maar hij articuleert perfect en in de stem is al de gravitas aanwezig die bij het personage hoort. De lichtjes verwaande Siegmund van Jonas Kaufmann is niet bepaald een outsider die zich van het ene ongeluk in het andere stort : met gekruiste armen (!) laveert hij door Hundings hut. Zijn Wälse-Rufe stellen niet teleur. Kortom, laat dit eerste bedrijf scenografisch voorspelbaar en dramaturgisch lichtjes ongerijmd zijn, vocaal is het nagenoeg perfect.
Walküre II is de show stopper voor BrynTerfel. Wotans monoloog exploiteert hij in al zijn nuances en het problematische derde bedrijf zal hij in zijn eentje overeind houden. Het promoveert hem niet alleen tot de wereldwijde Numero Uno als Walküre-Wotan maar ook tot één van de grote Wotanvertolkers uit de geschiedenis. Alleen voor hem is de aanschaf van deze dvd zeer de moeite waard. We zouden ons gelukkig achten mochten wij zulke genuanceerde voordracht op pellicule hebben van zijn grote voorgangers, van Hans Hotter tot Ferdinand Frantz. Het kan niet anders of er zullen nog andere captaties volgen met Terfel in dezelfde glansrol. Rond Stephanie Blythe, zijn obese Fricka, dramaturgisch geïmmobiliseerd in haar met ramskoppen bezette zetel, kan Terfel alleen maar rondjes maken. Blythe’s zinnelijke voordracht kan zich zonder al te veel moeite handhaven naast Terfel.
Zowel optisch als vocaal komt Brünnhilde 10 jaar te laat voor Deborah Voigt. Het vermoeden bestaat dat ze deze partij voor haar vermageringskuur fraaier zou hebben gezongen. Een maagring later ziet ze er stukken beter uit maar de problematische registerovergangen stapelen zich op. Voigt is tot zeer mooie hoogdramatische prestaties in staat binnen het register dat ze beheerst. Uitgerekend op die momenten is haar dictie het zwakst. Het is een brokkenparcours dat ze zal volhouden tot op de brandstapel.
SIEGFRIED
Siegfried is de triomf van de blauwogige Texaan James Hunter Morris. Zijn geheime wapen is zijn ontwapenende charme en die manisfesteert zich ook in het bijzondere rubato dat hij hanteert en dat mij wel eens aan een Las Vegas crooner doet denken. Ik ben benieuwd hoe de carrière verder zal evolueren, de stem lijkt mij toch regelmatig onder druk te staan.
Gerhard Siegel, zelf geen onverdienstelijke Siegfried in de meer provinciale theaters heeft eigenlijk teveel stem voor Mime. Soms bouwt hij gilletjes in om zijn rol wat karakter te geven.
De Wanderer ligt Terfel niet zo goed. Zijn vibrato wordt vaak onaangenaam, het sensuele rubato van Die Walküre is nagenoeg verdwenen. Als Wanderer moet hij John Tomlinson, de ongeslagen koning onder de Wanderers van het videotijdperk (Harry Kupfer/Bayreuth), laten voorgaan.
GOTTERDAMMERUNG
Spanningsloos is de nornenscène. Hans-Peter Königs Hagen heeft geen profiel al is de voordracht weer onberispelijk. Voor een tijdelijk shot van adrenaline zorgt de Waltraute van dienst : Waltraud Meier demonsteert hoe beweeglijkheid, faciale expressie en absolute afkeer van stereotiepe gebaren het tij kunnen keren.
Charmant is de scène van Siegfried met de Rijndochters. Tegen de backdrop van een stromende rivier is ze ook visueel aantrekkelijk. De finale is nietszeggend, de lachwekkende momenten daarin bespaar ik u graag.
Op een schaal van 1 tot 5 geef ik Die Walküre een 4, Siegfried een 3, Götterdämmerung een 2 en Rheingold een 1.