Auteur : Jos Hermans
Het volgende verhaal geeft een idee van het zelfvertrouwen waarmee Wagner zijn onderwerpen te lijf ging, hetzelfde soort zelfvertrouwen waardoor hij 20 jaar van zijn leven durfde te investeren in De Ring terwijl hij het grootste gedeelte van die tijd in de onzekerheid verkeerde of het werk überhaupt ooit zou worden opgevoerd, een werk dat overigens bedoeld was voor een nog te bouwen theater waarvan hij niet wist of het ooit zou worden gerealiseerd.
In september 1857 schrijft hij aan zijn uitgever Breitkopf & Härtel: "Ik sta op het punt te beginnen met de muzikale compositie van Tristan und Isolde - dit zal de titel zijn van mijn nieuwe werk - waarvan ik het libretto al klaar heb. Ik heb dit onderwerp onder meer ter harte genomen omdat het bijna geen moeilijkheden oplevert voor het decor en het koor. Praktisch de enige veeleisende taak zal zijn om een goed paar zangers te vinden voor de hoofdrollen, wat betekent dat ik misschien gemakkelijk een goede eerste uitvoering zal krijgen en de kans om het zeer snel te verspreiden naar de theaters, ongehinderd door eventuele obstakels".
Dat het werk vervolgens op afwijzing zou stoten omdat het zo goed als onuitvoerbaar werd beschouwd, kon hij toen nog niet vermoeden. Wagner verkeert in een precaire financiële nood wanneer hij op 4 januari 1858 het volgende voorstel doet aan Härtel: "Ik stel een honorarium voor de partituur van Tristan voor van zeshonderd Louis d'or, of twaalfduizend frank. Ik moet er echter op staan dat het bedrag volledig en contant aan mij wordt betaald op het moment dat de partituur klaar is. Ik stel voor dat telkens wanneer ik de volledige partituur van één van de drie bedrijven aflever, ik een derde van het totale honorarium krijg, d.w.z. vierduizend frank. Voor de productie van de partituur moeten we nog het volgende beslissen. De partituur zal worden gegraveerd, en het graveren zal onmiddellijk beginnen nadat ik het manuscript heb ingezonden. Dit kan zo geregeld worden dat als ik klaar ben met het manuscript, het graveren kort daarna klaar zal zijn"
De uitgever deed een tegenvoorstel dat Wagner met tegenzin aanvaardde en hem slechts 1/3 van de gevraagde som opleverde. Dit alles is genoegzaam bekend maar wist u ook dat Wagner als gevolg van deze overeenkomst bij zichzelf zoveel discipline kweekte dat de compositie van Tristan de vergelijking zou kunnen doorstaan met een assemblagelijn in een moderne fabriek? Terwijl hij bezig was met de compositie van het tweede bedrijf, corrigeerde hij de drukproeven van het eerste bedrijf. Idem voor het tweede en derde bedrijf. Meer nog, hij schreef aan Härtel: "Wilt u mij precies vertellen hoeveel van mijn manuscript de graveur dagelijks of wekelijks erdoor krijgt; dan zal ik mij daaraan aanpassen en met hem in de pas lopen, al zal ik altijd proberen hem ook wat extra's te geven"
Eens zijn manuscript bij de drukker vertoefde kon hij niets meer wijzigen. Wagner ging als een soort Orpheus te werk, aan wie het niet was toegestaan om om te kijken. Hij moet zich bewust geweest zijn van de consequenties van dit exploot want hij schrijft in Mein Leben: "Het proces van het corrigeren van de drukproeven van de tweede akte, terwijl ik tegelijkertijd de extases van de derde akte componeerde, had de vreemdste, zelfs griezeligste uitwerking op mij; want juist in die eerste scènes van deze akte [d.w.z. de derde] realiseerde ik mij met volledige helderheid dat ik het meest gedurfde en originele werk van mijn leven had geschreven."
NOOT :
600 Louis d’or zou vandaag ca. 100.000 euro waard zijn. Ik baseer mij voor deze schatting op gegevens verstrekt door Stewart Spencer .