Billy Budd in Cinema Zuid
Ludo Pieters stuurde mij volgende reactie naar aanleiding van de voorstelling van Billy Budd :
"Genoten van de voorstelling van Billy Budd afgelopen zondag! Eigenlijk een 'traditionele' regie zonder echt spectaculaire vondsten, maar wel een bijzonder intelligente en boeiende 'traditionele' enscenering waarbij het geheel klopte en dat is wat telt . De productie was bovendien zeer mooi in beeld gebracht met fantastische close - ups van de zangers.
Ik zeg vaak, je hebt opera's waar je achteraf met de glimlach buitenkomt. Verdi, bijvoorbeeld, waar steevast iedereen op het einde vermoord is of zelfmoord heeft gepleegd, maar waar ik toch glimlachend buitenkom. Dan heb je opera's waar je achteraf 'gelukkiger en wijzer' van bent geworden en die het gevoel geven dat ze mentale rijkdom hebben geschonken, ook al heb je ze al honderd keer gezien of gehoord. Met een zelfgemaakt woord zou je het kunnen omschrijven als een vorm van ' wereld - weten' dat je telkens weer meekrijgt. Dat heb ik met Wagner, Richard Strauss. Maar daarnaast heb je opera's die je met een ongemakkelijk gevoel opzadelen. In die categorie zitten de opera's van Britten. Ik hou erg van de opera's van Britten (niet allemaal) , maar je wordt er nooit bepaald vrolijk van. Onrechtvaardigheid,machtsmisbruik, dat zijn onderwerpen die constant aanwezig zijn bij Britten, maar wat vooral meespeelt is het feit dat zijn muzikale vormgeving ook vanaf de eerste noot die sfeer uitstraalt. Grenzeloos pessimisme en uitzichtloosheid. Ik moet eerlijk zeggen dat ik maar weinig mensen ken die de opera's van Britten graag horen. Mijn vrouw wil er niks van weten en zegt dat ze er ambetant en depressief van wordt.
Maar goed, de Billy Budd uit Glyndebourne was geweldig. De dirigent was schitterend. Ik heb zelf een aantal opnames van deze opera, waaronder die welke Britten zelf dirigeert en die een referentie blijft. Mark Elder staat op hetzelfde niveau en haalt werkelijk alles uit de partituur wat er uit te halen valt. Een schril contrast met de opname onder Kent Nagago, de 4 - akten versie, die veel te gepolijst, veel te braaf en kleurloos klinkt. De solisten waren over het algemeen van hoog niveau, heel spijtig dat Philip Ens voor rol van John Claggart een maat te klein is. Je hebt daarvoor een soort Jago - type nodig, maar dan met de stem van een Hagen of een Hunding. De voor mij onbekende Jacques Imbrailo zit perfect op zijn plaats in de rol van Billy. Een lyrische bariton met een vlotte hoogte, maar die tevens naast de 'looks' ook het naïeve en spontane van Billy weet te brengen. In de opname met Nagano zingt Thomas Hampson de rol van Billy. Te laat voor hem sowieso, maar bovendien zingt hij de rol zoals Fischer - Dieskau die waarschijnlijk zou zingen. Dat is perfect voor de Graaf uit Le Nozze di Figaro, maar voor Bily Budd werkt dat absoluut niet.
Britten had destijds voor de titelrol Geraint Evans gevraagd. (Diezelfde Evans die menige opname de nek heeft omgewrongen, waaronder een Falstaff en een onmogelijke Beckmesser in de Meistersinger) Gelukkig besefte Evans tijdig dat de tessituur van de rol van Billy te hoog voor hem was en zong hij de rol was Mister Flint bij de première. In plaats van Evans zong de jonge Amerikaanse bariton Theodor Uppman in 1951 de wereldcreatie in Covent Garden en werd er in één klap beroemd door.
Van de stem van John Mark Ainsley ben ik niet zo wild, maar dat is persoonlijk. Hij mist bovendien de intellectuele diepgang van wijlen Philip Langridge. Langridge die trouwens qua klank ook geen bijzondere stem had, maar die destijds (1988) in de mooie productie van de ENO een veel complexere Vere neerzette. De karakterisering van de officieren was bijzonder mooi en origineel uitgewerkt, met als uitschieter een ronduit schitterende Iain Paterson als Mister Redburn. Deze roodharige Schot is een rijzende ster in de operawereld en is natuurlijk een luxe - bezetting, maar waaruit eens temeer duidelijk blijkt dat wanneer zogenaamd kleinere rollen niet worden overgelaten aan veredelde koorleden of versleten solisten, niet alleen die rollen plotseling een heel andere dimensie krijgen, maar bovendien de geloofwaardigheid van de ganse productie wordt verhoogd.
Tot slot, over 'kloppen' geproken. Bijgaand filmpje van een Billy Budd productie uit 2007. Heel interessant lijkt mij dat. Ik kan alleen niet inschatten hoe alles kan 'werken' in die productie, maar het idee is wel schitterend. (Peter Mattei, ideaal trouwens in de titelrol):Naar Youtube"